In een artikel in het Haarlems Dagblad van 11 januari schreef Ivo Laan een artikel met een vooruitblik naar Haarlem in het jaar 2100. Micha gaf als deskundige zijn visie op de toekomst van de stad.
Januari 2025 –
Haarlem is booming, huizenprijzen schieten omhoog. Maar blijft de regio zo gewild? Hoe zien Haarlem en het achterland eruit in het jaar 2100? Wie wonen hier dan? Bestaat Haarlem überhaupt nog? We blikken vooruit met twee deskundigen met een frisse blik van buiten.
Het jaar 2100, dat klinkt als een ver-van-mijn-bedshow. Dat is het niet. In een zaaltje van ABC Architectuurcentrum Haarlem en de regio Kennemerland staat alles klaar voor een kinderverjaardagspartijtje. Even later komt de vrolijke bende binnengerend. Directeur Gabriël Verheggen van het Architectuurcentrum: „Wij gaan 2100 niet meer meemaken, maar de kinderen die nu binnenkomen wel. En hún kinderen zeker!” Dus zo ver weg is het jaar 2100 niet. Vergelijk het maar met de verandering van 1950 naar nu. Verheggen pendelt al lang vanuit Amsterdam naar het Haarlemse en kent de stad en de regio goed. „Het is ontzettend lastig om 75 jaar vooruit te kijken. Wat als je de inwoners van Aleppo vijftig jaar geleden had gevraagd naar hoe zij dachten dat hun stad er nu bij zou liggen? Daar is weinig meer van over. Je kunt niet alles voorspellen. Maar je kunt misschien wel een aantal wensen aangeven en verwachtingen voor de toekomst.” „Klimaatverandering is in dat verband de grootste uitdaging”, vindt Verheggen. „Universiteit Wageningen heeft kaarten gemaakt van hoe Nederland eruit ziet in de volgende eeuw, en gelukkig bestaat Haarlem nog tegen die tijd. Maar we moeten echt leren omgaan met de gevolgen van vooral meer neerslagwater.
Dat betekent nogal wat voor de stad en de hele regio en voor hoe en waar we wonen. Je moet al dat water ergens kwijt.” En dat staat op gespannen voet met de wens om binnenstedelijk meer woningen te bouwen, want meer woningen in de stad, betekent minder ruimte voor water. „Als je daarop voortborduurt, dan houd ik het heel goed voor mogelijk dat de Gedempte Oude Gracht, die in 1859 werd gedempt straks weer openligt en er water doorheen stroomt.” Andere steden lopen daar al mee voorop zoals Zaandam waar de Gedempte Gracht al een aantal jaar geleden is ’ontdempt’. Verheggen koestert de rijke historie van Haarlem. Haarlemmers zelf laten geen kans onbenut om te klagen over de sloop van oude panden in de stad de afgelopen decennia. „Je hebt zowat nergens in Nederland zoveel erfgoed per vierkante meter”, nuanceert hij. „Haarlem is de vijfde monumentenstad van Nederland.” Elk tijdsgewricht krijgt zijn eigen monument. Welk gebouw is nu foeilelijk maar straks in 2100 toch een monument?
„Neem parkeergarage De Kamp, dat is een ontzettend lelijk gebouw midden in de historische binnenstad. In het jaar 2100 zou die parkeergarage met daarbovenop De Dakkas wel eens een monument kunnen zijn.” De architectuurhistoricus heeft nog een wens. „Ik hoop dat de auto de komende decennia niet meer zo’n stempel drukt op de openbare ruimte. De parkeerdruk heeft zulke grote gevolgen voor de bouw van nieuwe woningen. Nu kan er bijvoorbeeld geen verdieping op bestaande gebouwen worden gebouwd, omdat er dan niet voldoende parkeerruimte is in de buurt. Ja, zo los je het woningprobleem nooit op. Alsof je het recht hebt om je auto overal maar neer te zetten.”
”In 2100 zou ❜❜ parkeergarage de Kamp met daarbovenop De Dakkas wel eens een monument kunnen zijn
Deelauto’s
Een goede oplossing vindt Verheggen nieuwbouwcomplexen met deelauto’s, zodat er minder parkeerruimte nodig is. Een goed voorbeeld is het complex bij de Westelijke Randweg/Leidsevaart aan de Pieter van Musschenbroekstraat. „Jongeren zijn steeds meer van het autodelen en minder van het autobezit.” Hoe houden we ruimte in de stad voor iedereen? Met die vraag houdt Micha Wijngaarde zich al tijden bezig, met zijn bureau Urban Scouts. Wijngaarde adviseert hoe binnenstedelijke rotte appels weer tot bloei kunnen komen. Ook probeert hij pareltjes weer levensvatbaar te maken.
Zo probeert Wijngaarde nu Museum van de Geest (Dolhuys) nieuw leven in te blazen als externe adviseur en was hij betrokken bij de transformatie van industrieel erfgoed naar culturele broedplaatsen, zoals het Hembrugterrein in Zaandam. Ook was hij betrokken bij de oprichting van het Holocaust Museum. „Ik ben van oorsprong Amsterdammer, maar kom al mijn hele leven in Haarlem, zoals veel Amsterdammers.” Sterker nog, Amsterdammers trekken en masse de stad binnen en kapen de Haarlemse huizen weg voor de geboren Haarlemmers en inwoners van Velsen en andere omliggende gemeenten. Integreren die nieuwe bewoners uit 020 wel voldoende of vertoeven ze alleen in hun eigen veilige enclave? Wijngaarde: „Hier wordt bijvoorbeeld wel gezegd dat Amsterdammers de buren niet groeten, maar echte Amsterdammers groeten elkaar hoor. Ik denk dat dat een algemeen probleem is in steden. We zijn aan het individualiseren, iedereen zit de hele dag op zijn telefoon.”
Eindejaarsverhalen
Wateroverlast, een overspannen woningmarkt en veel drugsgelateerd geweld, 2024 was een roerig jaar. Welke verhalen waren dit jaar bijzonder? Welk verhaal heeft ons het meest beroerd? In onze serie eindejaarsverhalen hebben we de balans opgemaakt en blikken we nu vooruit.
Kans
Wijngaarde plaatst een nuance bij het wantrouwen dat de komst van de bakfiets-Amsterdammers veroorzaakt. „Gentrificatie, de trek van rijkeren naar de arbeiderswijken, wordt vaak gezien als iets negatiefs. Toch denk ik dat het een kans is. Het zorgt ervoor dat in de buurt jonge gezinnen komen wonen en dat de stad niet alleen maar vergrijst. Daardoor blijven de slager en de bakker bestaan, die in veel andere steden al zijn verdwenen. En vergeet niet dat deze gezinnen in Haarlem komen wonen om hier te blijven. Als jongeren in Amsterdam gaan wonen, dan trekken ze meestal na een paar jaar weer weg.” Het is de uitdaging woonwijken gemengd te houden, waarschuwt Wijngaarde. „Als je naar de Haarlemse cijfers kijkt, ziet het er goed uit.
Maar dat zijn gemiddelden, vraag het in sommige delen van Schalkwijk en je hoort echt een ander verhaal. Voor jongeren en inwoners met een lager inkomen is een eigen huis steeds lastiger te vinden door de geëxplodeerde huizenprijzen.” Zoals de tot ’studio’ omgebouwde berging aan de Spaarndamseweg van 14 vierkante meter waar een prijskaartje van 188.500 euro aan hangt. Is dat de toekomst? Wijngaarde: „Als we niet uitkijken wel. Natuurlijk mag je voor sommige panden best de hoofdprijs vragen, maar we moeten er wel voor zorgen dat er genoeg woningen zijn voor de inwoners die het moeilijker hebben.” Wijngaarde werkt aan een nieuw idee om wijken vitaal te houden. „Hoe meng je wijken op een goede manier? Als je vraagt aan buitenstaanders welke wijk ze het leukste vinden, dan zijn dat juist de gemengde wijken met wonen en werken door elkaar, zoals in de Amsterdamse Pijp.”
De stedendokter ziet wel wat in het idee om het midden- en kleinbedrijf veel meer ruimte te geven. „Veel bedrijven staan te springen om goed opgeleid technisch personeel. We hebben te lang gezegd dat werken met de handen vies is, dat moeten weer trotse beroepen worden. Juist die groep heeft het lastig op de woningmarkt. Waarom niet bedrijven in bijvoorbeeld de Waarderpolder toestemming geven om bedrijfswoningen voor hun personeel te mogen bouwen in de buurt? En dat mogen er best wat meer zijn dan voor alleen het eigen personeel. Natuurlijk verdienen die bedrijven er dan geld aan, maar dat komt rechtstreeks terug in de lokale samenleving omdat dat soort bedrijven heel lokaal zijn verankerd. En dat mes snijdt aan twee kanten. We krijgen goedopgeleide vaklui met een woning. En als die werknemers dan ook nog samenwonen met iemand die in de zorg of bij de politie werkt, dan tackel je een groot huisvestingsprobleem voor die groep.”
Zelfstandig
Genoeg te doen komende decennia, maar zal Haarlem zelf aan de knoppen blijven zitten als gemeente in het jaar 2100? De tendens is dat grote gemeenten de kleintjes opslokken, zoals Haarlem ongeveer een eeuw geleden deed met de gemeente Schoten. Verandert 023 naar 020? „Ik denk het niet”, zegt Wijngaarde. „Haarlem is een relatief sterke gemeente, dus de stad heeft die behoefte helemaal niet zo.” Verheggen: „Amsterdam en Haarlem raken natuurlijk steeds meer verbonden, maar Haarlemmers zijn toch altijd wel zelfbewust als je naar de geschiedenis kijkt.
De stad zal niet zo snel opgeslokt worden. Ik denk eerder dat gemeenten als Zandvoort en Bloemendaal zich wat dat betreft zorgen moeten maken. Haarlem zelf zal wel een soort Gallië worden dat dapper weerstand biedt tegen Amsterdam.”